Caroja Arbeidsadvies kan voor u een concreet en goed onderbouwd arbeidsdeskundig onderzoek uitvoeren bij langdurige ziekte van een werknemer. Werkgever en werknemer hebben de verplichting samen te werken aan re-integratie. Een arbeidsdeskundige onderzoek van Caroja Arbeidsadvies geeft aan zowel de werkgever als aan de werknemer een duidelijk beeld van de mogelijkheid op terugkeer van de werknemer in het arbeidsproces. Kan de werknemer in de eigen functie terugkeren? En wat zijn de re-integratiemogelijkheden?
Aan de hand van een arbeidsdeskundig onderzoek of advies kan een duidelijke koers worden bepaald in het arbeidsongeschiktheid dossier van de betrokken werknemer. De adviezen en aanbevelingen zullen leiden tot een snellere terugkeer van de werknemer in zijn of haar eigen functie of in ander -passend- werk en levert hierdoor voor de werkgever schadelastbeperking op en verzuimreductie. De rapportage geeft duidelijke adviezen en aanbevelingen en is een toevoeging voor het re-integratiedossier van de werknemer.
Een arbeidsdeskundige stelt tijdens een arbeidsdeskundig onderzoek vast wat de arbeidsmogelijkheden zijn van de werknemer met (blijvende) beperkingen. Kies op tijd voor een gedegen arbeidsdeskundig onderzoek, zodat re-integratie 1e en/of 2e spoor op een zo adequaat mogelijke manier kan worden ingezet. Dit voorkomt dat de werkgever een loonsanctie wordt opgelegd door het UWV.
Het gehele re-integratieproces wordt achteraf beoordeeld door het UWV. Bij steeds meer dossiers oordeelt het UWV dat de werkgever onvoldoende inspanningen heeft verricht om de werknemer weer aan het werk te krijgen. In die gevallen aarzelt het UWV niet om een loonsanctie aan de werkgever op te leggen. Met een arbeidsdeskundig onderzoek met concrete adviezen in uw hand, heeft u ook naar het UWV toe een sterk argument. U toont hiermee als werkgever aan dat u uw verantwoordelijkheid in het re-integratietraject serieus neemt. Als een loonsanctie wordt opgelegd door het UWV loopt dit voor de werkgever op jaarbasis op tot minimaal € 35.000, –.
Bij het onderzoek wordt uitgegaan van de mogelijkheden van de werknemer, zoals die zijn vastgesteld door de bedrijfsarts. De bedrijfsarts vat dit advies samen in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Hierin worden opgesomd welke fysieke en mentale belemmeringen zijn geconstateerd. Indien mogelijk worden het bedrijf en de werkplek van de werknemer bekeken en zal er overleg plaatsvinden met de bedrijfsarts, het UWV en (andere) behandelaars. Het arbeidsdeskundig onderzoek bestaat uit de volgende onderdelen:
De arbeidsdeskundige zal vervolgens de belastbaarheid van de werknemer versus de eisen van de functie beoordelen en de volgende vragen beantwoorden:
De noodzaak van een arbeidsdeskundig onderzoek doet zich meestal voor na ongeveer 10 maanden van verzuim, maar soms ook eerder (bijvoorbeeld bij een blijvende beperking, waarbij terugkeer in eigen werk niet te verwachten is).