Einde slapende dienstverbanden?

Einde slapende dienstverbanden?

Een werkneemster met een IVA-uitkering heeft via de rechter afgedwongen dat haar werkgever het dienstverband ontbond. Hierdoor kreeg zij recht op de wettelijke transitievergoeding.

Na twee jaar ziekte is aan de werkneemster een IVA-uitkering toegekend. Bij de werkneemster was kanker gediagnosticeerd en bleek zij medisch uitbehandeld. Vanaf toekenning IVA-uitkering ontving de werkneemster geen loon meer, maar ze werd niet formeel ontslagen.

De werkneemster stelde dat haar werkgever de arbeidsovereenkomst ten onrechte ‘slapend’ hield, omdat de werkgever geen transitievergoeding wilde betalen.

De werkgever daarentegen stelde zich op het standpunt dat de wet de werkgever niet verplicht om een arbeidsovereenkomst te beëindigen. Ook al is er nu een compensatieregeling voor de transitievergoeding. De werkneemster was terminaal ziek waardoor de transitievergoeding (vrijwel) uitsluitend zal toekomen aan de erfgenamen van de werkneemster.

Specifieke situatie

De rechter oordeelt expliciet dat de vraag of het in stand laten van een slapende arbeidsovereenkomst in strijd is met het goed werkgeverschap afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. In deze specifieke casus speelde een grote rol dat de betreffende werkneemster medisch uitbehandeld was en er geen enkele kans was dat zij nog werkzaamheden zou kunnen verrichten voor de werkgever en zij de functie bekleedde van statutair directeur. Door het ontslag uit haar statutaire functie was haar arbeidsovereenkomst feitelijk een lege huls geworden.

Ontbreken eenduidig standpunt

In het verleden oordeelden rechters steeds dat een werkgever niet verplicht is om na de wachttijd tot ontslag over te gaan. Voor werknemers met een slapend dienstverband was het daarom niet mogelijk om een ontslag af te dwingen en een transitievergoeding toegekend te krijgen.

  • Op 27 december 2018 besloot het Scheidsgerecht Gezondheidszorg dat de werkgever verplicht is om het slapende dienstverband van een werknemer te beëindigen en om een transitievergoeding aan deze werknemer te betalen.
  • Dit oordeel werd in de hierboven genoemde casus door een rechter in een civiele procedure herhaald.
  •  Echter, in een andere casus oordeelde de kantonrechter dat die werkgever niet verplicht was om een slapend dienstverband te beëindigen.

Een eenduidig standpunt ontbreekt derhalve. Mogelijk zal een uitspraak van een hoger gerechtsorgaan in de toekomst uitsluitsel geven.

Bron: website Robidus